ADHD op verschillende leeftijden

‘ADHD, daar groei je vanzelf overheen’ is een veelgehoorde uitspraak.

Toch voldoet 40 tot 60% van de kinderen met ADHD ook in de adolescentie nog aan de diagnostische criteria. De gedachte dat jongeren over ADHD heen groeien, kan liggen aan de beschrijving van ADHD-symptomen in de DSM. Tot voor kort waren deze symptomen niet specifiek voor adolescenten beschreven, terwijl de symptomen op deze leeftijd wel andere verschijningsvormen kunnen hebben. Zo worden de symptomen van hyperactiviteit nogal eens geïnternaliseerd naar innerlijke onrust en zijn de symptomen van onoplettendheid voor de omgeving soms minder zichtbaar. Het is waarschijnlijk dat ADHD voor het overgrote deel van de individuen voortduurt tot in de adolescentie.

ADHD gaat vaak gepaard met en is een risicofactor voor het ontwikkelen van andere problemen, zoals internaliserende stoornissen (angst, depressie), externaliserende stoornissen (gedragsstoornissen, verslaving of crimineel gedrag) en andere ontwikkelings- en leerstoornissen (autisme spectrum stoornissen, dyslexie). In 60 tot 100% van de gevallen gaat ADHD samen met minstens één andere diagnose. Deze comorbiditeiten zijn bepalend voor de prognose; sommige van de risico’s gerelateerd aan ADHD zijn grotendeels geassocieerd met de comorbiditeit. Vanwege het vaak voorkomen van deze comorbide problemen is gedegen diagnostiek en geregelde controle van personen met ADHD noodzakelijk. Tijdens de verschillende fasen van de ontwikkeling kunnen namelijk andere comorbiditeiten een rol gaan spelen. Zo is ADHD in de kindertijd een risicofactor voor het ontwikkelen van gedragsstoornissen en sociale problemen, terwijl in de adolescentie het risico bestaat voor het ontwikkelen van angst, depressie en verslavingen.

ADHD komt in de algemene bevolking vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, waarbij de ratio man/vrouw bij kinderen ongeveer 2:1 is en bij volwassenen 1,6:1. Onder kinderen en jongeren voor wie hulp wordt gezocht bevinden zich echter veel vaker jongens dan meisjes en komen zelfs ver houdingen van 9:1 voor. Het lijkt erop dat veel minder meisjes met ADHD worden doorverwezen voor diagnostiek en behandeling. Mogelijke oorzaak is dat bij meisjes vaker sprake is van onoplettendheid, terwijl bij jongens vaker sprake is van opstandig en hyperactief-impulsief gedrag. Dit opstandige en hyperactief- impulsieve gedrag is voor de omgeving (ouders en leerkrachten) opvallender, waardoor jongens mogelijk eerder worden doorverwezen voor diagnostiek en behandeling. (bron: (11))

Bovenstaande is een wetenschappelijke uitleg. Wil jij weten hoe het voelt om te leven met ADHD? Bekijk dan onderstaande filmpjes.