Tips & tricks

In een oogopslag enkele tips die je misschien kunnen helpen in de klas.

  • Toon begrip voor het probleem en erken het probleem. Dit kan een enorme affectieve steun voor de leerling betekenen.
  • Probeer in de leefwereld van de leerling te verplaatsen. Hierdoor bekijkt men het onrustig gedrag van de leerling niet als vervelend en onaangepast, maar als deel van de stoornis.
  • Bekrachtig wat positief loopt bij de leerling. Laat duidelijk merken welk gedrag je op prijs stelt en doe dit meteen als de leerling het positieve gedrag stelt.
  • Probeer als leerkracht het gedrag van de leerling in positieve termen te formuleren, zodat er geen ontmoediging ontstaat.
  • Geef voldoende ruimte om eens te rommelen en lawaai te maken.
  • Laat de leerling een “kriebelpapiertje” gebruiken: een leeg blad waarop hij kan kriebelen, en droedelen en zo een lichamelijke activiteit uitvoert zonder de rest van de klas te storen.
  • Probeer je leerling actief te betrekken bij het lesgebeuren: laat hem iets uitleggen vooraan in de klas, laat hem noteren op het bord.
  • Tracht afleidende factoren te beperken: geef de leerling eventueel een plaats alleen (of naast een rustbrengende leerling) vooraan in de klas. De andere leerlingen zitten achter hem en kunnen zo al geen afleiding meer vormen.
  • Geef de leerling met ADHD geregeld bewegingsvrijheid: bv. boodschap voor het secretariaat, een nieuwe bordveger ophalen,…
  • Negeer negatief gedrag zoveel mogelijk: uiteraard binnen je eigen grenzen. Straf enkel indien écht noodzakelijk en onmiddellijk na het incident.
  • Vermijd te strenge straffen. Het conflict zal escaleren als de straf te streng is.
  • Zorg dat consequenties logisch zijn en niet gezien worden als een straf. Dus: “Je hebt je klassenwerk niet af, maak het na school af en lever het morgen in.” Voorkom dat er een machtsstrijd ontstaat.
  • Soms is het moeilijk beloningen te bedenken. Dan kan het een idee zijn om de leerlingen zelf een lijst te laten opstellen met tien of twintig mogelijk beloningen.
  • Gebruik de medeleerlingen om gepast gedrag “voor te leven”.
  • Iedereen weet dat ongepast gedrag doorgaat zolang de klasgenoten erom blijven lachen. Daarom is het belangrijk dat de docent de andere leerlingen leert hoe ze met ongepast gedrag moeten omgaan.
  • Geef duidelijke instructie bij opdrachten. Geef geen meerdere opdrachten tegelijkertijd.
  • Tracht de leerling geregeld individuele aandacht te schenken.
  • Herhaal geregeld gemaakte afspraken, opdrachten,…en laat deze noteren in de studieplanner.